Korte geschiedenis van Gouwsluis

Inleiding

De buurschap Gouwsluis heeft zijn naam te danken aan een keersluis in de Gouwe die in 1244 onder het bewind van de graaf van Holland, Willem II, was aangelegd op de plek waar de rivier de Gouwe in de Oude Rijn uitliep. Deze keersluis lag op de plaats waar in 1938 de metalen hefbrug gebouwd is.

image

De bruggen over de Gouwe, zoals die er lagen voor de aanleg van de Hefbrug in 1938

BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

In de oudste tijden liep de rivier de Gouwe niet in de Rijn uit, het was pas onder het bewind van de graaf Willem II, dat deze besloot om de Gouwe door te trekken tot de Rijn. Hij had in het jaar 1244 bepaald dat de kopers van enig veen Poliën in Noord-Waddinxveen een vrije watergang mochten hebben door de Gouwe tot de Rijn. Dat was alleen mogelijk wanneer de rivier de Gouwe doorgetrokken werd van Boskoop naar Alphen. Waarschijnlijk was in dat jaar de doorsteek bij Gouwsluis gemaakt.

In 1284 nam de graaf van Holland, Floris V, een belangrijke beslissing. Hij gaf aan het ambacht Alphen en aan enige andere ambachten, waaronder ‘Suytwijck Splinters Gerechte Uitten Wairde’ (de landen ter weerszijde van de Gouwe tot Waddinxveen), vergunning de keersluis bij Gouwsluis te verwijderen of doorlopend open te houden onder voorwaarde dat aan beide zijden van de Gouwe een dijk werd gelegd. Een andere voorwaarde was ook dat de brug over de Gouwsluis moest worden onderhouden.

De tekst, voor ons bewaard gebleven in de archieven van het in 1255 opgerichte Hoogheemraadschap van Rijnland, luidde als volgt:

“….om die doer die leyet ter Goude in die sluyse opten Rhyn uyt te doen ende altoos offnemen….met een waterkeere of met eenen somerdyck, tegens dat somerwater bewaren dat landt, dat legget by beyde syden van de Goude…dese brugge te vooren dede macken zullen hem, voortaen maecken ende beschouwen….”

Van deze keersluis en de brug is vandaag aan de dag geen spoor meer van te bekennen. Toch heeft deze sluis op oude kaarten van het Rijnland aangeduidt als de “Goutse sluys”, in het verleden in de geschiedenis niet alleen van Alphen, maar ook in die van het graafschap Holland, een zeer belangrijke rol gespeeld.

De regeling van het waterafvoer van de polders langs de Gouwe, enigszijds naar de Oude Rijn en anderszijds naar de Hollandse IJssel, is altijd een twistpunt geweest tussen de diverse ambachten. De graven van Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland moesten altijd optreden om diverse maatregelen in te stellen. Ik wil hierna in het kort de voornaamste datums en feiten van noemen.

Ontstaan van de Gouwsluis

In het jaar 1330 werd de Hoge Rijndijk die van Katwijk tot Zwammerdam loopt verhoogd door het aanleggen van een kade. Deze kreeg een breedte van vijf voet en en een hoogte van eveneens vijf voet (ongeveer 1,50 m.).

Willem van Beyeren, de graaf van Holland, liet in 1354 de Alphense wetering aanlegggen. Deze liep van de Cromme sloot bij de Hoge Rijndijk tot in de IJssel ten westen van Gouda. Deze wetering was zonder toestemming door het land van de Heerlijkheid van Jan van Blois, Heer van Gouda, aangelegd. Met als gevolg dat hij de nieuwe wetering in 1358 liet afdammen en hetzelfde jaar de afdamming weer deed opruimen.

De aan de westzijde van de Gouwe gelegen Steekt- en Rietveld polders kregen moeilijkheden met de afwatering op de Rijn. In 1360 gaf de graaf van Holland toestemming aan de ambachten Alphen en Reewijk om een vrije wetering te graven van de Hoge Rijndijk tot aan de IJssel. Er was echter één voorwaarde: de Hoge Rijndijk mocht niet worden doorstoken. Deze wetering werd de Alphense Toegang genoemd.

In de volgende jaren was het vaak ruzie tussen de Hoogheemraadschappen van Rijnland en Schieland over de kwestie van de afwatering van de polders. Albrecht van Beyeren, ruwaard van Holland sinds 1358, gelaste in het jaar 1372 het Hoogheemraadschap Schieland ervoor te zorgen dat “de Vier Ambachten” van Alphen en omgeving, ongehinderd op de IJssel zouden kunnen lozen.

Albrecht van Beyeren, die graaf van Holland was geworden in 1389, stierf in 1404 op 68-jarige leeftijd en werd door Willem VI van Beyeren als graaf van Holland opgevolgd. Deze had wat Alphen betreft weinig problemen opgeleverd, die begonnen pas na zijn dood in 1417 met zijn toen pas vijftien jarige dochter Jacoba, geboren op 25 juli 1401 te Le Quesnoy.

Zij moest voor de macht strijden met haar oom, Jan van Beyeren, die elect van Luik was en die in die jaren naar een eigen machtsgebied streef. Hier raken we in de bewogen periode van de Hoekse- en Kabeljauwse Twisten terecht, die een groot deel van het begin van de vijftiende eeuw duurden.

Na de verdragen van Woudrichem (1419) en Maartensdijk (1420) kreeg Jan van Beyeren echter feitelijk de macht in Holland. Maar het was maar van korte duur, vier jaar later werd hij door één van zijn edelen vergiftigd. Hij stierf op 6 januari 1425. Het graafschap van Holland ging nu over naar de 24-jarige Jacoba van Beyeren. Jacoba gaf zich niet zo maar gewonnen, zij had haar eigen aanhangers. Uiteindelijk werd het een machtsstrijd met Philips van Bourgondië. Toen Jacoba met haar leger Haarlem had belegerd, trok Philips met zijn troepen op en bedreigde daarmede in feite de “Goutse sluys”. Deze sluis was voor die tijd een groot strategisch punt en het was van groot belang voor Jacoba om die in handen te hebben. Jacoba hief dus het beleg van Haarlem op, trok met haar leger op naar Gouwsluis en versloeg daar de Bourgondische troepen.

Het bleef echter nog steeds onrustig. Veel krijgsvolk trok nog rond en in 1489 trokken soldaten op vanuit Woerden naar Alphen en vernielden daar de Gouwsluis.

Bouw van een keersluis

De keersluis bij Gouwsluis was in 1508 niet al te best meer en voldeed niet meer. Te veel zout water kwam vanuit Spaarndam op het Rijnlandse boezemwater terecht en vandaar door de Gouwe in Gouda. Het water kon daar nauwelijks meer gebruikt worden voor de plaatselijke bierbrouwerijen.

In de tweede helft van de 14de eeuw ging men in Holland, in nabootsing van de de Hanzesteden, over tot het verbouwen van hop. Door toevoeging van hop werd bier langer houdbaar en werd daarmede geschikt voor export. De belangrijkste bierbrouwerijen onstonden in Haarlem, Leiden en Gouda. De grondstoffen zoals lichte granen, zuiver water, turf en goedkope arbeidskrachten waren daar rijkelijk aanwezig.

Om puur economische redenen kreeg Gouda van het Hoogheemraadschap van Rijnland toestemming om de keersluis bij Gouwsluis om te bouwen tot een verlaat, dat wil zeggen een schutsluis. Uiteraard vielen de kosten ten lasten van de stad Gouda.

Het was alweer ruim 175 jaar geleden dat de Hoge Rijndijk voor het laatst verhoogd was geworden, sinds 1330. Na de overstromingen van 1508 en 1509 werd de Hoge Rijndijk tussen Katwijk en Bodegraven voor de derde keer hersteld en verhoogd. In het jaar 1510, waarin het land tussen het IJ en de Oude Rijn steeds weer overstroomt, krijgt het Hoogheemraadschap van Rijnland een begin van beheer over de Spaarndammerdijk. Hierdoor beginnen de uitgaven van Rijnland te stijgen en dus ook de lasten voor de plattelandsbewoners.

In 1514 moest de schutsluis in de Hoge Rijndijk bij Gouwsluis worden gerepareerd. De kaden langs de river de Gouwe konden niet meer met paarden bereden worden en moesten dus ook verbreed worden. Het Hof van Holland gelastte in 1528 het Hoogheemraadschap van Rijnland om de Gouwsluis in Alphen opnieuw van een waterkering te voorzien. De Alphense Wetering werd in 1542 buiten werking gesteld, de polder Kerk en Zanen, gelegen achter de Alphense kerk, moest nu direct op de Gouwe bemaald worden. En verrekende deze nieuwe bemaling voor de eerste keer met Rijnland.

Beheer door de provincie

Het bleef echter maar rommelen rondom het beheer van Gouwsluis in het jaar 1562. Het Hof van Holland besloot thans het vernieuwen en onderhouden van deze sluis zelf te regelen. In datzelfde jaar werd een schutsluis in de Hoge Rijndijk gebouwd, vlak naast de eerste sluis. Deze laatste werd in 1564 hersteld, zodat er nu twee schutsluisen naast elkaar in gebruik waren, een grote en een kleine. Per plakkaat werd het water nabij Gouwsluis te ondiep verklaard en werden wijzigingen voorgeschreven.

Dit werd noodzakelijk geacht, want moderne oorlogsschepen hadden meer diepgang. De Spaanse troepen verdreven in 1574 bij Gouwsluis vijf vendels van het te hulp gekomen Engelse leger. De Spanjaarden vernielden het volgende jaar de sluis bij Gouwsluis, met als gevolg dat op 10 september 1575 de landerijen bij Boskoop al één voet onder water stonden. En op 2 october zelfs 2 1/4 voet (ongeveer 75 cm). Een en ander was het gevolg van het ontzet van Leiden in october 1574.

De Staten van Holland besloten in 1589 om de westelijke schutsluis te verbreden, om de mogelijkheid te geven voor de doorvaart van grotere oorlogsschepen. Het Hoogheemraaadschap van Rijnland moest voor deze sluis zorg dragen. In de sluis werd ter vernauwing een vlot gelegd, waardoor voor koopvaarders de sluis even breed werd gehouden als de Donkere Sluis bij Gouda.

In 1620 nam de provincie Holland, thans lid van de Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën, het beheer en onderhoud van de grootste van de twee schutsluisen bij Gouwsluis, naast die van de Mallegatsluis bij Gouda, van het Hoogheemraadschap van Rijnland over. Het volgend jaar werd de kleinste van de twee sluisen bij Gouwsluis weer in de oorspronkelijke staat als keersluis omgebouwd.

In 1656 besloten de steden Gouda en Amsterdam om jaagpaden voor trekschuiten aan te leggen. Behalve langs de Oude Rijn liepen die ook langs de Aar en de Gouwe. Een probleem bleef achter de doorgang van trekschuiten door de bebouwde kom van Alphen. Dat kon worden vervangen door het graven van een nieuw kanaal, het thans nog bestaande Aarkanaal, van de Aar naar Gouwsluis. Schepen en trekschuiten van Gouda naar Amsterdam behoefden dus niet meer door Alphen en de Kromme Aar bij Oudshoorn.

image

Molen De Eendracht

BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

In het rampjaar 1672

In het jaar 1672 werd de jonge Verenigde Republiek der Zeven Provinciën tegelijk, doch voor verschillende redenen, aangevallen door Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Munster en Keulen. In juni staken de troepen van koning Lodewijk XIV makkelijk de Rijn over en trokken op naar Utrecht. Om de Franse invallers tegen te houden werd de oude Hollandse Waterlinie in werking gesteld. Het land ten oosten van Aarlanderveen en Zwammerdam, van Woudrichem tot aan Amsterdam toe, kwam onder water te staan. Ten oosten van de Gouwe stond Boskoop onder 3 voet water.

Maar toen aan het einde van december 1672 de Hollandse Waterlinie bevroren raakte, staken de Fransen het ijs over. Stadhouder Willem III probeerde wel door molens het water onder het ijs weg te malen en door wakken te hakken, de opkomst van de Franse troepen te keren. Toch slaagde een Franse legertroep erin om tot Nieuwkoop te komen. Bij Gouwsluis en nog enige andere plaatsen in Alphen, werd een fort gebouwd. Voor Gouwsluis betekende dit het herstel van het uit de Tachtig Jarige Oorlog bestaande fort. Het Franse leger werd vanuit dit fort door de Staatse troepen verslagen, waarbij vendels gevormd uit de burgerij een belangrijke rol gespeeld hebben. Onder anderen door de Nieuwkoopse schout, Hendrik van Sevenhoven, die wist met gewapende boeren uit Aarlanderveen en door slim gebruik te maken van terreinomstandigheden de Fransen te verjagen. Via Bodegraven en Zwammerdam trokken zij over het ijs terug. Niet zonder verwoestingen te hebben begaan en moorden te hebben gepleegd op de burgelijke bevolking in Zwammerdam.

Van Bataafse Republiek naar het Koninkrijk Holland

Gedurende de periode van de Bataafse Republiek (1795-1806) en het Koninkrijk Holland (1806-1813) waren de kaden langs de Gouwe zodanig verwaarloosd, dat op bepaalde plaatsen doorbraken plaats vonden. Op 3 october 1813 was aan de oostzijde van de Gouwe een doorbraak ontstaan met een lengte van 20 meter en een diepte van 2 m.40. De doorbraak lag tussen de korenmolen van Boskoop en de grote molen van de Verenigde polder. het water in de Gouwe viel 1m.50.

Op 1 februari 1817 ontstond er opnieuw een doorbraak, nu in de Gouwekade van de polder Nesse. De doorbraak was 3 roeden lang. De Gouwe viel 30 cm; en het land kwam 30 cm. onder water te staan. Op ander plaatsen brak de Gouwe in latere jaren nog op meerdere plaatsen door.

In 1824 werd de windwatermolen van de polder Steekt langs de Gouwe afgebroken. Voor de aanleg van de spoorlijn van Leiden naar Gouda werd in 1878, even ten zuiden van beide bruggen de spoorbrug over de Gouwe aangelegd. Deze brug is tot op de dag van vandaag nog in gebruik.

De korenmolen langs de Gouwe, even ten zuiden van de spoorbrug, werd vanwege de verbreding van de vaarweg, in 1885 afgebroken. Het was deze molen waaruit het Leidse stadsbestuur de molenstenen had weggehaald om de Spanjaarden dwars te zitten.

Het buurtschap Gouwsluis

De sluisen bij Gouwsluis zijn sinds lang verdwenen, we kunnen ze nog bewonderen op oude foto’s en ansichtkaarten, maar de naam bleef bewaard als de naam van een wijk van Alphen aan den Rijn, gelegen aan weerszijden van de Gouwe waar deze in Oude Rijn mondt.

Het was in het begin van de twintigste eeuw een zeer drukke buurt. Vele Gouwsluisenaars verdienden hun brood, direkt of indirekt aan het drukke scheepsvaartverkeer op de Oude Rijn en de Gouwe. In 1901 werden er 24.587 scheepsvaarbewegingen geteld, en in 1930 waren het er zelf 35.520.

De belangrijkste werkgever was de scheepswerf “De Vooruitgang” van Dirk Boot. In 1907 werkten hier 100 man. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden daar schoeners en motorbargen gebouwd; vanaf 1916 zelfs ook zeeschepen. De direktie ging inmiddels over naar Willem Boot. In de Eerste Wereldoorlog kwamen ook veel vluchtelingen uit België in Alphen aan.

Na het crisisjaar 1921 bloeide de Scheepswerf Boot weer op, ook moderne coasters liepen nu van stapel. 1930 was het topjaar, toen begon ook de Motorenfabriek aan de Gouwsluiseweg te draaien.

De periode van de Tweede Wereldoorlog was voor iederéén moeilijk en natuurlijk ook voor de bewoners van Gouwsluis. Veel jongelui doken onder of gingen in het verzet tgen de bezetter. Veel vluchtelingen kwamen uit Tiel in de Betuwe naar Alphen aan den Rijn.

Bombardement 23 maart 1945

Een zwarte periode in de geschiedenis van Gouwsluis was het mislukte bombardement op 23 maart 1945 door de Royal Airforce op de hefbrug, waarbij verscheidene personen de dood vonden en huizen op de Gouwsluiseweg en in de Zeilmakersstraat vernield werden.

Na het bombardement van 23 maart 1945

De schade aangericht door de bombardementen van maart 1945 is goed te zien op beide onderstaande foto’s: image

Gouwekade 1 na de bombardementen

image

De Zeilmakersstraat na de bombardementen

BRON: Alphen aan den Rijn 1944-1945, van Dolle Dinsdag tot de Bevrijding. (Uitgever Haasbeek).

Gouwsluis na de Tweede Wereldoorlog

De bewoners uit de wijk waren tot in de jaren 1970 voornamelijk werkzaam bij de scheepsbouwer en motorenfabriek van Boot en kleine middenstanders verdienden er het dagelijks brood met hun nering.

image

Het stratenpatroon in 1975

BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

Met de grote schepen en het drukker wordende vrachtverkeer over water ontstonden problemen bij de bruggen, soms in de vorm van een aanvaring met de brug een andere keer liep een schip vast onder een niet geopende brug. Besloten werd een nieuwe beweegbare brug te bouwen, de Hefbrug, die in 1938 opgeleverd werd en tot op heden nog in gebruik is.

image

De Hefbrug

BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

De oude bruggen werden afgebroken, het eilandje verdween en de Rijksstraatweg werd verlegd. Vanaf dat moment waren de Gouwsluisseweg en de Gouwestraat doodlopende straten geworden en begon de teloorgang van de buurtschap. Middenstanders sloten hun deuren en bewoners vertrokken omdat hun woningen afgebroken werden en de Boot fabrieken dichtgingen.

In de jaren ’90 van de vorige eeuw is een start gemaakt met nieuwbouw in de wijk.

image

Het buurtschap Gouwsluis in 2000

BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

Parijs, 30 december 2003          Hans Arie Kroon

U kunt contact opnemen met Hans Kroon door te mailen naar hanskroon@alphen.com

Bronnen

  • Petrus Plemper : “Beschrijving van de Heerlijkheid en het Dorp Alphen aan den Rijn ” (1714)
  • Henk Dinkelaar: “Volk op Viersprong” (1988)
  • P.C.J.Ruigrok : “De Bourgondisch-Habsburgse Nederlanden”, document internet (2000).
  • P.C.J.Ruigrok : “De Republiek van de Zeven Verenigde Provinciën”, document internet (2000).
  • J.Ph.Labordus : Het Rampjaar 1672 in “De Viersprong” Nr.73 – november 2002
  • Thimo de Nijs en Eelco Beukers : “Geschiedenis van Holland”, delen I en II (Hilversum, 2002).
  • De buurtschap Gouwsluis in “De Viersprong” nummer 27, mei 1991.