De geschiedenis van Alphen

Oorsprong

Het dorp Alphen is ontstaan op de plaats en resten van een Romeinse ‘castellum’ of versterking, Albinianae genaamd (wat betekend ” nederzetting aan het witte water ” ). Het dateerde uit de eerste eeuw van onze jaartelling, om precies te zijn het jaar 43, toen Claudius van 41 tot 54 keizer van het Romeinse Rijk was. Gelegen aan de linkeroever van de Rhenus, onze Oude Rijn. Op een middeleeuwse kopie van de kaart van Puttinger werd het castellum als Alpheni Castra aangegeven.

Deze versterking maakte deel uit van een reeks versterkingen gebouwd aan de Rijn, van Katwijk aan Zee aan de Noordzee tot Bazel aan het Meer van Constance, wat toen de grens vormde tussen het Romeinse Rijk, wat als de ‘beschaafde wereld’ beschouwd werd en de Keltische ‘barbaarse’ stammen en volkeren die ten noorden en oosten van de rivier woonden.

Men kan zeggen dat Alphen net zo oud is Londinium (Londen), wat in hetzelfde jaar gesticht werd. Vanaf het jaar 43 hadden de Romeinen (Groot) Brittanië veroverd en militair bezet.

Alphen aan den Rijn is net zo oud als Londen

Een band van ongeveer 30 kilometer aan de rechteroever van de Rijn werd verboden gebied verklaard voor de ‘barbaren’, in ons gebied hoofdzakelijk de Friezen, die deel uitmaakten van de Germaanse volksstammen. (Gemanii ofwel broeders, door hun taal met elkaar verwant).

Aan het eind van de tweede eeuw was de druk van de ‘barbaren’ wel zodanig, dat de Romeinse vestiging in onbruik raakte en de band van 30 km. werden nu ingenomen door de plaatselijke bevolking, die in aantal toenam. Deze bewoners leefden in hutten in de uitgestrekte wouden en bossen, die Holland (Holzland = het land van hout) bedekte, en waar de naam van ‘woude’ nog in vele dorpsnamen te herkennen zijn.

De kerstening van Alphen

Het dorp Alphen nam vorm aan rondom de resten van de Romeinse versterking wat gelegen was waar nu de Adventskerk staat. De eerste stenen kerk werd daar gesticht omstreeks het jaar 720, waarschijnlijk door de reizende Anglo-Saksiche monnik, Wynfrith die vanuit Engeland de Noordzee overstak en vanaf Katwijk aan Zee de Rijn opvaarde om een bezoek af te leggen aan Willebrord, de bisschop van Friesland, die zijn zetel in Utrecht (Trajectum) had. Wynfrith werd door Paus Gregorius in Rome eerst benoemd tot bisschop van Mainz en na de dood van Willebrord in het jaar 739 in Echternach volgde hij hem op als bisschop van Utrecht.

Van de Paus kreeg hij de opdracht om de Friezen tot het christendom te bekeren. Geen makkelijke taak, want het was een wild en ruw volk, zoals de meeste Germaanse volkeren. Hij kreeg toen de naam van Bonifacius en was onder die naam bisschop van Utrecht van 739 tot aan zijn dood in 754 in Dokkum, waar hij door de Friezen vermoord werd. Van de eerste kerk van Alphen weten wij niets af. Dit eerste kerkgebouw is waarschijnlijk door de Noormannen verwoest geworden, die verscheidene keren de Rijn opgevaren hebben. In het jaar 810, zoals de bekende Alphense geschiedschrijver Petrus Plemper ons leert, voerde Godfried van Denemarken met twee honderd schepen “vol Noormannen gepropt”, alhier een rooftocht. Dit “woeste volk, verlekkerd op buit”, stak in het jaar 835 met een zware vloot uit Engeland over naar het Rijnland. “Hij voer den Rijn op en daar alles van roof, brand en moord moest wagen”.

Korte geschiedenis van de Alphense Kerk

Pas eerst in de 10de eeuw, toen een zekere vrede terugkeerde in het gebied van Alphen, kon er een begin gemaakt worden met de bouw van een nieuwe stenen kerk. De bevolking kon door het uitroeien van bossen en wouden ook toenemen.

Ten noorden van de huidige Adventskerk, onder de huidige Castellumstraat, zijn nog de resten van een groot stenen gebouw aanwezig. In deze zgn. Oude Kerk konden enkele plekken niet gebruikt worden als graf, omdat er zware funderingsresten lagen.

image

De Oude Kerk
BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

Deze kerk wordt reeds in 1460 in officiële aktes genoemd, en droeg in de koorgevel de beeltenis van Sint Bonifacius, de beschermheilige van Alphen.
Deze kerk werd op 19 mei 1619 door brand verwoest, die uitgebroken was in de aan de Rijn gelegen oliemolen. “Weinig minder dan het gehele Dorp, in de as raakte”, volgens Plemper.

Op de resten van de afgebrande kerk, werd een nieuw gebouw opgeheven, de zogenaamde Nieuwe Kerk, die in 1624 in gebruik genomen werd. Op het kerkplein voor de kerk stond in het plaveisel het wapen van Alphen, een zwarte achtpuntige ster in de acht windrichtingen op een zilver veld. Dit was het wapen van Hugo van Kralingen, die in het jaar 1230 Baljuw van het Graafschap Holland was en de Stamheer van het Ambacht Alphen.

Op het kerkplein werd op 23 januari 1673 de Kolonel Moyzes Pain & Vin onthoofd, die zich niet kranig genoeg had gedragen in de oorlog tegen de Fransen in het Rampjaar 1672.

image

De Nieuwe Kerk
BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

Het ging lang goed met deze Nieuwe Kerk tot de patriottentijd, vooraf gaande aan het bewogen tijdperk van de Bataafse Republiek. In Alphen en de omringende dorpen werd een milice gevormd, een genootschap in de oefening van het behandelen van vuurwapens. De kerk werd als oefenplaats gebruikt, in het jaar 1787 waren Pruisische troepen in de kerk gelegerd.

Zelfs de paarden werden daar onder dak gebracht. In 1795, gedurende de Franse bezetting van Holland, volgden de Fransen dit Pruisische voorbeeld. Op het plein voor de kerk werd ‘un Arbre de la Liberté’, een zogenaamde ‘Vrijheidsboom’, geplaatst. Eigenlijk werd de hele kerk leeg geroofd. Na de kortlevende Bataafse Republiek, werd Holland in 1806 een Koninkrijk met als Staatshoofd Louis Bonaparte, de broer van de Franse keizer Napoleon Ier.

Louis Bonaparte werd in 1810 afgezet door zijn machtige broer en Holland werd door Frankrijk geannexeerd en direct vanuit Parijs geregeerd.

De Hollanders hadden langzamerhand schoon genoeg van de Franse bezetting, vooral toen in 1810 een verplichte dienstplicht werd ingesteld voor de mannelijke bevolking. Op Paaszondag, 18 april 1813, maakte Dominee Sieverts door zijn vuurvolle preek, de gemoederen van de kerkgemeenschap los. Hij legde de basis voor een volksopstand en gaf het sein voor een geheime, nachtelijke vergadering om die opstand te organiseren.

In de hele omgeving van Alphen, Oudshoorn en Woubrugge kwam het volk in opstand tegen de Franse overheid. Twee dagen later werd op de toren van de Alphense kerk, als eerste plaats in ons land, de Oranjevlag uitgehangen.

Na het vertrekken van de Franse troepen aan het einde van november 1813, als gevolg van hun nederlaag in de Slag bij Leipzig (16-19 oktober 1813) werd door Dominee Sieverts op zondag 5 december een dankdienst gehouden in de Alphense Kerk.

Ook deze Nieuwe Kerk was jammer genoeg geen lang leven beschoren. Door de onvoorzichtigheid van een loodgietersmaatje werd hij op 7 april door brand verwoest. Alleen de gecalcineerde muren stonden nog overeind. Het zou een dure zaak geworden zijn om de kerk weer in de oude stijl te herbouwen. Het zou wel mogelijk geweest zijn, maar de vraag was naar een modernere kerk. Maar in het midden van de eerste wereldoorlog, ondanks het feit dat Nederland daar neutraal in was, was daar geen geld voor.

Na de eerste wereldoorlog werden de resten van de kerk toch maar gesloopt en er werd door de gemeente en de kerkraad besloten dat er een nieuwe kerk gebouwd zou worden. Deze werd in mei 1922 voltooid en staat in het centrum van de oude dorpskern, centraal gelegen tegen over de dubbele klapbrug, die in 1954 gesloopt werd en vervangen door de Alphense Brug.

image

De Adventskerk
BRON: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn

De Adventskerk is het enige monument in de voormalige dorpskern, met het Nutsgebouw, wat nog niet onder de sloophamers van de stadsvernieuwers is gevallen.

Het Hof van Alphen

Het Hof van Alphen zoals er in het jaar 1623 uitzag, was gelegen even ten zuiden van de Alphense kerk. Het was omringd door gegraven sloten en was het Stamhuis van de Heer van Alphen. In het jaar 1290 was het Hof van Alphen aan de Heer Hugo van Teylingen van Tol ten erve gevallen. Het hoofdgebouw met zijn boomgaarden, stallen en grachten besloeg een oppervlakte van twee morgen land, ongeveer 1,7 hectare.

In het jaar 1507 werd de eigenaar van de leenband van de Graaf van Holland ontslagen en ging het landgoed over in vrij eigendom. In 1511 kocht de vader van Jacob Coppier, Heer van Kalslagen, de Ambachtsheer van Alphen, dit buitengewoon fraaie buitenhuis en bewoonde het.

In 1532 overleed Jacob Coppier door een val van zijn paard, zijn zoon Jacob volgde hem op. De familie Coppier was zeer oranjegezind. Zoon Jacob steunde Prins Willem van Oranje zo actief, dat hij in 1567 voor de Spanjaarden naar Duitsland moest vluchten. In 1573 keerde hij terug naar Holland en op 26 februari 1573 benoemde Prins Willem hem tot schout (burgemeester) van Alphen “deur d’absentie van de voorgaende schout”. Hij bleef dit maar echter zeer kort, want voor het eind van het jaar werd hij door de prins benoemd tot rekenmeester in Den Haag.

Het Hof van Holland werd als middeleeuws woonkasteel omstreeks 1623 geheel verbouwd tot een typische buitenplaats en diende als zodanig als voorbeeld voor de vele mooie fraaie buitenplaatsen die de rijke zakenlieden langs de Oude Rijn lieten bouwen, zoals ‘Ons Genoegen’, ‘Vaartzicht’, ‘Amstelstein’, ‘Welgelegen’ en ‘Overpost’, maar daarover verwijs ik de geïnteresseerde lezer naar Henk Dinkelaar’s boek “Volk op Viersprong”.

Parijs, 24 juni 2003            Hans Arie Kroon

Bronnen

  • Petrus Plemper: “Beschrijving van de Heerlijkheid en het Dorp Alphen aan den Rijn” (1717)
  • Henk Dinkelaar: “Volk op Viersprong” (1988)
  • Henk Dinkelaar : “Volk in Opstand” (1990)
  • P.C.Beuder : “Castella en Havens, Kapellen en Hoven” (1988)
  • Xander Luttik en Frits de Wilde : “Op pad langs Rijnlandse Dorpskerken” (1990)
  • W.Kuyper : “Het Monumentele Hart van Holland” (2003)

Reageren

U kunt contact opnemen met Hans Kroon door te mailen naar hanskroon@alphen.com