Koudekerk aan den Rijn

Koudekerk aan den Rijn, in de provincie Zuid-Holland, draagt deze naam sinds 1 januari 1938 om haar te onderscheiden van een dorp wat dezelfde naam draagt en wat op het eiland Walcheren ligt in de provincie Zeeland.

Koudekerk aan den Rijn is een zeer oud dorp, en stamt minstens uit het begin van de 12de eeuw. Volgens de historicus Oudaan, die de Romeinse historicus Plinius aanhaalt, zou de naam van het dorp te danken zijn aan een oud Germaans volk, de Cauchen, ook wel Chauken of Chamaven genoemd.
De bekende Alphense geschiedschrijver, Petrus Plemper, neemt dat zonder meer als de waarheid aan in zijn werk “Beschrijving van de Heerlijkheid en het Dorp Alphen aan den Rijn”, in 1714 in Leiden gedrukt.

Moderne historici zijn er dat niet helemaal mee eens, want in de eerste twee eeuwen van de Romeinse bezetting van de oevers van de Oude Rijn, wat toen de noordelijke grens vormde van het Romeinse Rijk, woonde hier praktisch niemand. Andere uitleggingen die voorstellen dat hier een kerk werd gesticht op een zeer koude plaats, een Koudekercke dus in de oude Hollandse spelling, berust meer op een fabeltje.

Er was wel echter in de eerste eeuwen van onze jaartelling op deze plaats een Romeinse nederzetting, Matilo of Matilone, genaamd en die op verscheidene oude kaarten van onze streken voorkomt. Maar daar weten we verder niet veel vanaf. De meeste Romeinse legerplaatsen hadden vanaf het begin van de 3de eeuw geen doel meer en werden geëvacueerd door de Romeinen. Rondom de resten van deze vestigen werden nieuwe dorpskernen gevormd, zoals in Alphen aan den Rijn en in Zwammerdam, waar ik in voorgaande artikelen over gesproken heb.

Ligging en geographische situatie

Het huidige dorp is gelegen aan de noordelijke- of rechteroever van de Oude Rijn, tegenover het dorp Hazerswoude, wat aan de zuidelijke- of linker oever van de Rijn ligt. Ten westen van Koudekerk ligt Leiderdorp en ten oosten het voormalige Oudshoorn, wat sinds 1918 met Aarlanderveen en Alphen is opgenomen in de gemeente Alphen aan den Rijn. Ten noorden is het begrensd met het voormalige Ambacht Esselijckerwoude, thans het dorp Woubrugge, bakermat van onze gemeenschappelijke voorvader, Cornelis Kroon.

Groot Poelgeest

Het heraldische wapen van de voormalige “Hooge en Vrye Heerlijkheid Koudekerk ende Poelgeest” is een op zijn achterste poten staande leeuw, horizontaal doorsneden door een zwarte balk. Links van de leeuw twee zwarte blokjes en rechts van de leeuw vier. Dit wapen is sinds de 14de eeuw het familiewapen van het geslacht van Teylingen van Tol.

In het jaar 1331, stichtte de Ambachtsheer van dit gebied, Diderik van Poelgeest, hier een slot of kasteel, dat hij naar zijn geslachtsnaam noemde, het “Huys Poelgeest”. Omdat zijn torens op een zeker afstand van er als een Hoorn uitzagen, werd het ook wel het “Huys ten Hoorn” genoemd. Als zodanig staat het nog aangegeven op een kaart uit 1764 die door Melchior Bolstra, de landmeter van de Vierambachtspolder, is getekend.

Het huis lag gelegen in de Hooge Waert, vlabij de Oude Rijn, en moet zeker in vroegere dagen een zeer mooi en trots gebouw geweest zijn. Het werd echter onder het bewind van Hertog Jan van Beijeren gedurende “Hoekse en Kabeljouwse Twisten” verwoest. Later werd het weer hersteld en opgebouwd. Maar in 1489 ondere het bewind van Philip van Oostenrijk werd het slot weer ingenomen en opnieuw verwoest. Het werd in 1605 weer herbouwd en vergroot in volle praai. Toen in het jaar 1801, Lieve van Ollefen en Rs.Bakker het 8ste deel van de “Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver” in Amsterdam publiceerden, was er van de voormalige praai bijna niets meer over. Het diende toen als een criminele gevangenis. Het slot is later gesloopt. De datum daarvan is mij niet bekend.

Klein Poelgeest

Naast het huis Groot Poelgeest, stond een ander klein kasteeltje, Klein Poelgeest genaamd, eveneens eigendom van het geslacht Teylingen van Tol. Het was zelfs veel ouder dan het voorbeschreven Huys Groot Poelgeest. Het werd sinds in “den Jaere onzes Heere 1150 door eenen Gerrit van Poelgeest bezeeten.”

De dochter van Gerrit van Poelgeest was met Floris van Teylingen van Tol gehuwd. Die was in het jaar 1250 de eerste bezitter van het Huys van Tol, gelgen aan de Oude Rijn. Hier was eveneens een zogenaamde “Leenkamer”. In het begin van de 19de eeuw was het al zover vervallen dat het niet meer bewoonbaar was. Het is mij niet bekend wanneer het gesloopt werd.

Aleyd van Poelgeest

De edele dame, Aleyd van Poelgeest, was de dochter van Jan van Poelgeest, die het ledig Klein Poelgeest in bezit had. Deze Jan had twee maal als schildknaap aan een kruistocht naar Jerusalem deel genomen. (P.Plemper, blz.126). Zij was hofdame van Hertog Albrecht van Beyeren, men zegt dat zij “in een zeer naauwe liefdes-betrekking met den Hertog leefde, terwijl hij Weduwnaar was en zij door een zeer groot gezag aan het Hof voerde.” De hertog, zat van zijn weduwnaarsschap hertrouwde kort daar na met dame Margaretha van Kleef. De invloed van Aleyd werd toen aanmerkelijk minder.

Zij had zich door haar gedrag veel vijanden gemaakt, die zich nu op hun beurt wilden wreken en om te voorkomen dat ze haar liefde met de Hertog weer zou herleven, plannen maakten om haar binnenkort van het leven te beroven. In het jaar 1392 werd ze op het Plein van het Hof in Den Haag plotseling aangevallen en vermoord.

Willem Kuizer van Oostenrijk, de Hofmeester van de Hertog, nam deze aanval zwaar op en liet in deze aanval zelf ook zijn leven. Petrus Plemper leert ons dat niet minder als 54 personen gearresteerd werden voor deze daad en later ter dood veroordeeld, en werden hun bezittingen verbeurd verklaard.

Daarna echter werden sommigen van hun weer vrij gelaten op de uitdrukkelijke voorwaarde dat zij op hun kosten een kapel aan de kerk van Koudekerk moesten aanbouwen. Aan deze eis werd in het jaar 1453 voldaan door het aanvoegen van een koor en zijbeuken. De vernieuwde kerk werd door de Bisschop van Heriopolis ingewijd door machtiging van de Bisschop van Utrecht.

Deze kerk werd gebouwd op de resten van een vroeger kerkgebouw door Dirk van Poelgeest gesticht. Dirk van Poelgeest was Dirk I, de zoon van Gerrit I, de eerst bekende Heer Van Poelgeest in Oegstgeest. Hij kocht het kasteel in Koudekerk en stierf in het jaar 1205.

Dorpskerk van Koudekerk

image

De kerk van Koudekerk aan den Rijn

De monumentale dorpskerk van Koudekerk is ongetwijfeld het oudste nu nog bestaande bouwwerk in Koudekerk aan den Rijn. De gotische bouwstijl kenmerkt zich door grote hoge, gebrandschildere ramen. Het kleine torentje op het kruis van de kerk herinnert nog aan de tragische gebeurtenissen van 1392 en aan de bouw van de kapel.

Relaties met de familie Kroon

Het geslacht Van Teylingen van Tol, een zeer oud adelijk geslacht, was door de Graaf van Holland, Floris V, in de adelstand veheven. Vele nazaten van dit geslacht zijn in de familie Kroon getrouwd.

Trijntje van Teylingen,op 16 november 1853 in Oudshoorn geboren , trad op 15 maart 1877 in het huwelijk met mijn overgrootvader Willem Kroon (X 4), boerenarbeider, geboren te Rijnsaterwoude, 28 december 1850 en overleden te Boskoop, 10 december 1915, bijna vier jaar later als zijn zoon Arie, mijn grootvader, op 10 april 1911 te Aarlanderveen. Recent familie onderzoek heeft het huis kunnen vinden waar hij gewoont heeft, op de Raadhuissteraat 191, nu in Alphen aan den Rijn.

Willem Kroon was de zoon van Ary Kroon (IX 2), geboren te Oegstgeest te Poelgeest, 28 juli 1803 en aldaar overleden 14 oktober 1859, die met Dirkje Rijnsburger was getrouwd, afkomstig uit een zeer aanzienelijke familie uit Alphen aan den Rijn.

Neeltje van Tol, op 3 november 1855 in Haarlemmermeer geboren, trouwde op 26 april 1877 in Haarlemmeer met Martinus Kroon (X 8), smid, geboren te Nieuwveen 18 oktober 1848, overleden te Haarlemmermeer 5 februari 1937. Martinus was de grootvader van onze penningmeester, Jacob Kroon (XII 48) uit Lisse.

In zijn boek “Van Oude Tijden, waar we woonden, waar we leefden” (blz.86-92) wordt hier uitbundig over verteld. Mijn volle neef, Arie Kroon (XIII 33), zoon van mijn vader’s broer Arie (XII 21), heeft ook in Koudekerk aan den Rijn gewoond. Aldaar is hij op 16 februari 1967 met Adriana Maria Hogenes getrouwd en daar ook op 9 april 1990 op jonge leeftijd overleden.

Jacobus Bartholomeus Hoogwerff Kroon (XIII 41) woont daar nog steeds, en misschien ook nog andere leden van het geslacht Kroon ?

Uit dit korte historisch overzicht, kunnen wij zien dat we sinds de 13de eeuw dankzij Trijntje Van Teylingen en Neeltje van Tol, van adelijke oorsprong zijn en niet alleen “boeren, burgers en buitenlui”.

Parijs, 12 april 2003        Hans Arie Kroon.

Bronnen

  • Lieve van Oleffen en Rs.Bakker in : “De Nederlandsche Stad- en Dorp-Beschrijver”, deel 8 (1801)
  • Xander Luttik en Frits de Wilde (redakteurs) : “Op pad langs Rijnlandse Dorpskerken” (1990)
  • De referenties tussen twee haakjes verwijzen naar Dick van Wingerden “Vier Eeuwen Familie Kroon” (mei 2000)

Reageren

U kunt contact opnemen met Hans Kroon door te mailen naar hanskroon@alphen.com